23 december 2008

De studieloopbaanbegeleider als projectmanager van het leertraject

De studieloopbaanbegeleider ondersteunt de deelnemer aan een competentiegericht leertraject bij het maken van zijn persoonlijke leerplan en het valderen van, voor zijn leertraject, relevante praktijksituaties. Hiermee is een nieuwe rol ontstaan in de onderwijs en opleidingen wereld. Hij is geen docent die de inhoudelijke kennis overdraagt aan leerlingen, maar de procesbegeleider van het leertraject, die de deelnemer helpt bij het zelfstandig invullen van het leertraject en het opbouwen van de bewijslast van zijn competentie. Hierbij biedt hij de deelnemer toegang tot een groot aantal leeractiviteiten waar deze al dan niet gebruik van kan maken. 

De inhoud is tot op heden een van de zekerheden van de traditionele docent. Bij de studieloopbaanbegeleider is de inhoud echter niet meer het belangrijkste, hij begeleidt het leerproces. Bij de implementatie van het competentiegericht leren in het bedrijfsleren komt er nog een belangrijk aspect bij; elk leertraject moet rendabel zijn. En de studieloopbaanbegeleider is de uitgelezen persoon om deze rendabiliteit te bewaken. De projectmanager van het leertraject is ontstaan.

In het onderwijs is deze taak tot op heden minder relevant geweest. Bij de aanvan van elk studiejaar worden het aantal aangemelde deelnemers ingeroosterd bij de studierichtingen en beschikbare begeleiders en docenten. De rendabiliteitsvraag ligt hierbij de planning afdeling en wordt hier in de regel maar een keer per jaar gesteld; hebben we voldoende deelnemers voor het aantal begeleiders en docenten? Hierna kan de studieloopbaanbegeleider zich weer volledig op de kwaliteit van het begeleidingstraject storten.

Bij bedrijfsopleidingen laten deelnemers zich echter niet in studiejaren plaatsen. Een deelenemer kan nu eenmaal op elk moment in dienst komen of een nieuwe rol krijgen, daarnaast is het aantal rollen in een organistie divers. Hierdoor is elk leertraject individueel en kan er hooguit wat geoptimaliseerd worden door deelnemers van leertraject voor een gelijke rol bij elkaar in een groep te plaatsen. Daarnaast zijn de middelen waarmee het leertraject bekostigt moet worden altijd beperkt. Deze komen over het algemeen uit het budget van de manager die zijn medewerker opgeeft voor het leertraject en zijn opgebouwd uit de aspecten geld en tijd. Geld kosten de uren van begeleiding en de leeractiviteiten welke door de deelnemer afgenomen worden. Tijd is de tijd die de deelnemer weg is van zijn dagelijkse werk en dus niet kan bijdragen aan de omzet en winst van de organisatie. Als de laatste ook in geld uitgedrukt wordt valt deze over het algemeen nog hoger uit dan de primaire kosten van het leertraject. De manager heeft een continue behoefte aan monitoring van het budget. Diegene met het meeste zicht hierop, is de studieloopbaanbegeleider.

Hierdoor wordt de studieloopbaanbegeleider in het dilemma geplaats om continue een keuze te maken tussen de kwaliteit van de begeleiding en de beheersing van de middelen die hem ter beschikking worden gesteld door de manager van de deelnemer. Hiervoor strat hij dit traject met het maken van een aantal afspraken;
  • Wat is het einddoel van het leertraject (wanneer is de deelnemer competent)?
  • Hoe lang mag het leertraject duren?
  • Hoeveel middelen zijn er beschikbaar voor de uitvoering van leeractiviteiten?
  • Wat is het maximale aantal dagen dat een deelnemer uit de dagelijkse werkzaamheden gehaald mag worden?
  • Wat is de studieinspanning die van de deelnemer verlangt wordt (naast werktijd)
Hierover zal een afspraak worden vastgelegd waar zowel de deelnemer, manager als studieloopbaanbegeleider zich op kunnen beroepen tijdens het traject. Pas als hier duidelijkheid over is kan de deelnemer het leertraject starten en kan de studieloopbaanbegeleider, naast zijn begeleidingsrol, zijn projectmanager rol vervullen.

In hoeverre is de uitbreiding van deze rol nu ook zinvol voor het onderwijs? Hier is welliswaar geen sprake van werkbelasting, er is alleen een studiebelasting. Toch brengt elke deelnemer een eigen budget mee. Zou het niet zinvol zijn als de studieloopbaanbegeleiders uit het onderwijs ook wat bewuster zijn over de uitputting van deze middelen? Zeker als in de onderwijswereld de studiejaren gaan vervagen en men een steeds flexibeler aanbod gaat krijgen zoals bijvoorbeeld het aanbieden van post-HBO opleidingen aan medewerkers van bedrijven....

Geen opmerkingen: