Met de ontwikkelingen zoals de Kahn Academy http://www.khanacademy.nl/, edX van MIT
en Harvard http://www.edxonline.org/ en
Open Educational Resources (OER) http://www.surf.nl/nl/themas/innovatieinonderwijs/oer/pages/default.aspx
wordt er stevig getornd aan het bestaansrecht van veel onderwijs- en opleidingsinstellingen.
Over veel onderwerpen is wel een gratis (hoor)college of leermiddel te vinden.
Hiermee beperken deze initiatieven zich niet tot de publicatie van een presentatie
van een docent of vakinhoudelijk specialist maar gaat het bij OER om complete
lesprogramma’s, bij de Kahn Academy over uitleg over de meest uiteenlopende
vakken en bij edX zelfs over hoogwaardige colleges. Veel onderwijsinstellingen
zijn afgelopen jaren bezig geweest met
het digitaliseren van hun (hoor)colleges en opleidingsinstituten met het
inzetten van virtual classrooms en eLearning. Het gebruik hiervan bleef echter
veelal beperkt tot de eigen instelling.
Deze nieuwe initiatieven trekken inmiddels aanzienlijke
aantallen deelnemers. Bij de Kahn Academy loopt het aantal deelnemers inmiddels
al op tot boven de 160 miljoen. Natuurlijk hebben deze initiatieven te maken
met veel deelnemers die ondanks hun goede bedoelingen hun cursussen niet
afmaken, het is tenslotte gratis en het afbreken heeft geen consequenties. Maar
zelfs bij heel laag percentage van deelnemers die dit wel doen (de completion
rate) zijn er al immense aantallen deelnemers door de cursussen van zowel Kahn
Academy als edX nieuwe kennis hebben opgedaan.
Is rol van opleidings- en onderwijsinstellingen in deze
nieuwe markt nu uitgespeeld?
Voor het onderwijs is het antwoord op deze vraag vrij
helder. Het onderwijs is voor de leerlingen vormend en bereidt zijn leerlingen
voor op een plaats in de samenleving. Deze rol blijft het zelfde, alleen de
invulling wordt anders. Zo wordt hier bijvoorbeeld nagedacht over het concept
van “Flipping de Classroom”. De “oude” colleges kunnen als voorbereiding dienen
voor het samen werken aan uitwerkingen. De colleges worden als huiswerk
meegegeven en steeds meer gebaseerd worden op de gratis materialen die
voorhanden komen. Daarnaast wordt het “oude” huiswerk in de klas gemaakt.
Hierbij krijgt de leerling directe feedback op het toepassen van het geleerde bij
het maken van opdrachten.
Voor de opleidingsinstellingen is het antwoord iets complexer.
Zij hebben geen vormende taak en ook geen leerplichtwet die hen verzekert van
een continue stroom deelnemers. Daarnaast wordt gratis onderwijs of opleidingen
in deze economische tijden door het management van organisaties aangegrepen om
flink te snijden in de opleidingsuitgaven. Om toch verzekerd te zijn van goed
opgeleide medewerkers ligt het iets complexer. Bij deze vooral kostenbesparende
maatregelen wordt voorbij gegaan aan de motivatie tot leren en de begeleiding
van de toepassing van het geleerde.
De gratis initiatieven gaan er vanuit dat deelnemers
intrinsiek gemotiveerd zijn om de lessen te volgen. Deelnemers die dit niet
zijn, vallen af, vandaar de lage completion rates. Dit is voor de meeste
organisaties niet wenselijk. Opleiden gebeurt met als doel het voorbereiden op
nieuwe taken. Afvallen is hierbij geen optie. Daarnaast moeten de deelnemers
begeleid worden bij het toepassen van het geleerde in de eigen beroepspraktijk.
Bij wie gaan ze te raden als ze het niet de eerste keer kunnen toepassen of bij
problemen tijdens de uitvoering? Hier liggen de kansen voor nieuwe diensten van
opleidingsinstellingen.
Opleidingsinstellingen
kunnen de
- wat (wat moet er geleerd worden),
- waarom (waarom is dit belangrijk voor mij als deelnemer)
- hoe (hoe moet ik het geleerde toepassen in mijn praktijksituatie)
uit de opleidingsvragen gaan scheiden. Hierbij kunnen zij de
wat vraag prima invullen met de nieuwe gratis initiatieven of andere goedkope
kennisgeoriënteerde varianten zoals eLearning en zelfs traditionele boeken. De
nieuwe diensten richten zich op het inspireren van medewerkers zodat deze weten
waarom het aan te leren onderwerp
belangrijk voor hen is en het laten oefenen van de deelnemers met de
nieuwe materie om hen zo vaardig te krijgen in het uitoefenen van de nieuwe
taken of werken met nieuwe producten.